Een van de Do-In lessen wordt ook gevolgd door iemand met Multiple Sclerose (MS). Als ik een oefening tegenkom die wordt aanbevolen voor mensen met MS, ben ik dus meteen geïnteresseerd.
Vandaag kwam ik de onderstaande meditatie tegen. Deze kan door iedereen worden gedaan, je hoeft er niet perse MS voor te hebben.
Meditatie
Ga op een stoel of op de grond zitten, in een gemakkelijke houding. Als de lotushouding om welke reden dan ook niet prettig of ontspannen aanvoelt, kies dan gerust een andere houding. Als je aandacht steeds afdwaalt naar je (ongemakkelijke) houding, dan heeft de meditatie niet zoveel zin.
Ik leg graag mijn handen als kommetjes op mijn knieën, open, met de handpalm naar boven gericht, om me open te stellen voor dat wat er komt.
Begin met je bewust te worden van hoe je voeten op de vloer staan en hoe je zit. Haal rustig adem en Word je bewust van je hele lichaam, zowel van binnen als van buiten. Neem hiervoor lekker een paar minuten de tijd.
Is er een plek, orgaan of gebied in je lichaam dat vervelend, stijf of pijnlijk aanvoelt? Ga daar met je aandacht naar toe. Eventueel kun je je hand erop leggen, met daaroverheen je andere hand. Focus op dit gebied of orgaan. Komt er een bepaald gevoel in je op? Of is er een kleur die je ermee kunt verbinden? Is er een vorm waarvan je vindt dat hij erbij past? Alles wat komt is goed.
Adem rustig in dit gebied onder je hand. Probeer nu dit gebied bewust te ontspannen, door bij iedere uitademing de spieren eromheen langer te maken en te ontspannen. Stel je voor dat je spiervezels hier langer worden en dat ook de beenderen erom heen steeds meer ruimte krijgen. Ga hier nog een poosje mee door, totdat je het gevoel krijgt dat het genoeg is.
Tot slot zou je je aandacht op het gebied onder je navel kunnen richten, om daar je energie weer te verzamelen.
Beweeg rustig je handen, voeten, armen en benen, om je lichaam het sein te geven dat de meditatie is afgelopen. Open langzaam je ogen en rek jezelf eventueel eens lekker uit.
“The wound is the place where the Light enters you.”
Rumi